Op zoek naar de pedagogische finaliteit van de levensbeschouwelijke vakken op school
“Bij juf Lies spelen twee jongetjes zeeslag. Als het schip ondergaat roept Milan, ‘Allah akbar’. De juf is verbijsterd, ze doet of ze niets heeft gehoord en vraagt de kinderen om het spel op te ruimen.”
“Meester Franken vraagt zijn 5de jaars om per twee te zitten voor een activiteit binnen het vak r.-k. godsdienst. Hij vraagt aan Mike om dit keer samen te werken met Alischa. Aimed laat duidelijk blijken dat hij dat niet ziet zitten dat zijn vriendinnetje Alisha moet samenwerken met Mike. Mike wordt de hele les geviseerd door Aimed, de volgende les zit Mike elders. De leraar
weet niet beter dan het daarbij maar te laten.”
“Thuis vertelt Miet aan haar moeder: ‘Mama, de juf heeft gezegd dat wij geloven in God’. Waarop haar moeder zegt: ‘Ha, ja, is dat zo? We gaan toch niet naar de mis’. En Miet antwoordt: ‘A ja, want ik volg de godsdienstles. En Anika niet, zij gelooft
in Allah, ik denk dat God beter is dan Allah’.”
De mama van Sofie overloopt het curriculum van het eerste middelbaar en ziet dat ze moeten kiezen voor een welbepaald levensbeschouwelijk vak. “Wat je ook kan doen, Sofie, is om de twee jaar wisselen van religie.” “Waarom?” vraagt Sofie.
“Dat is toch interessant! Zo leer je de andere godsdiensten ook wat kennen!” is het antwoord van mama.
Probleemstelling:
Het debat over de levensbeschouwelijke vakken1 in ons onderwijs bepaalt regelmatig de politieke agenda, het debat over de eindtermen, de opiniestukken in de kranten of zelfs de discussie over
de grondwet. In het werkveld stellen we vooral een grote onzekerheid vast bij leerkrachten en dat zowel in het basis- als het secundair onderwijs. Leerkrachten weten vaak niet hoe ze de didactiek van de levensbeschouwelijke vakken moeten inzetten én tegelijk dienen omgaan met de levensbeschouwelijke diversiteit in de klas. Deze onzekerheid is vooral te wijten aan de grote spanning die op het terrein wordt aangevoeld tussen externe verwachtingen enerzijds en de interne realiteit anderzijds.
Het is duidelijk dat leraren levensbeschouwing geconfronteerd worden met verschillende externe verwachtingen. Naast de verwachtingen van de erkende instanties/vereniging, inspecteurs en de geloofsgemeenschappen stellen ook de maatschappij en samenleving, de jongeren, ouders en het politieke discours hun eisen. Erkende instanties verwachten van de leerlingen en leraren een persoonlijke betrokkenheid op de geloofsgemeenschap met het oog op identiteitssontwikkeling doorheen traditieverkenning. De samenleving daarentegen verwacht dan weer dat het vak levensbeschouwing een bijdrage levert tot het deradicaliseringsdebat of actief pluralisme. Jongeren, tot slot, verwachten dat het vak geen introductie vormt tot één religie en traditie maar een forum biedt waar ze echt in dialoog kunnen gaan over de grote vragen van het leven.2 Sommige politici dringen dan weer aan op het invoeren van een verplicht neutraal levensbeschouwelijk vak (bv. LEF), een vak als burgerschapseducatie of voeren de druk op tot de afschaffing van de levensbeschouwelijke vakken op school.
Daarnaast worden leerkrachten én leerlingen geconfronteerd met een steeds groter wordende diversiteit op levensbeschouwelijk vlak in hun klas (interne realiteit). Het aantal (on)gedoopte leerlingen die van thuis uit weinig tot niet vertrouwd zijn met de christelijke traditie neemt toe, net zoals de aanwezigheid van leerlingen met een (van thuis uit rijke) islamitische of andere geloofsovertuiging. Via vluchtelingen komt een grote groep moslimgelovigen en ook nieuwe christenen de klas binnen, die aldus Dessin, getekend worden door een orthodoxe geloofshouding en vasthouden aan traditione waarden en normen (Dessin, 2016).
Doelstelling en activiteiten:
Het doel van dit project is om de spanning tussen de externe verwachtingen en de interne schoolse realiteit nader te onderzoeken en op zoek te gaan naar de specifieke pedagogische finaliteit van levensbeschouwelijke vorming binnen de school, als unieke pedagogische vorm met een specifieke schoolse grammatica3 (Simons & Masschelein, 2015, p. 136)
In dit onderzoek willen we:
1. een literatuuronderzoek uitvoeren om de huidige juridische, historische en maatschappelijke situatie van het levensbeschouwelijk landschap in kaart te brengen;
2. een aantal trajecten van beraadslagend onderzoek organiseren rond de kwestie;
3. opvolgactiviteiten uitzetten waarbij advies wordt gegeven aan de beleidsmakers, de organiserende erkende instanties/vereniging en waarbij trajecten zullen worden aangeboden aan scholen inzake de aanpak en de zinvolheid van de levensbeschouwelijke vakken.
Doelgroep en verwachte projectresultaten:
Inzet van voorliggend onderzoeksproject is de vraag naar de schoolse finaliteit van levensbeschouwelijk onderwijs. Dit is voor ons een democratische vraag: met dit project creëren we een vrije (onderzoeks)ruimte waar zoveel mogelijk mensen deze vraag op een authentieke manier kunnen bestuderen en zo een toekomstperspectief kunnen creëren. We engageren ons voor:
1. een basisdocument van de huidige situatie van het levensbeschouwelijk onderwijs als vertrekpunt voor beraadslagend onderzoek;
2. een gedragen visie op de schoolse finaliteit en levensbeschouwelijke grammatica die (toekomstige) leerkrachten en onderwijsverstrekkers houvast biedt en de levensbeschouwelijke vakken binnen een schoolse context relevantie en betekenis ongeacht de levensbeschouwelijke beginsituatie van elke leerling.
3. feedback en adviezen in functie van het actuele debat over de zinvolheid van levensbeschouwelijke vakken en de (nieuwe) handleidingen. Met deze adviezen hopen we antwoorden te geven die verbindend kunnen werken op de vragen van zinzoekende kinderen, jongeren én leraren.
- De Zonnewijzer (BE)
- KU Leuven (BE)
- OVSG (BE)
- Odisee (HUB) (BE)
- Pedagogische Begeleidingsdienst van het Katholiek Onderwijs, vzw (BE)
- Sint Jan Berchmansschool Viversel (BE)
- Sint-Jan Berchmanscollege Genk (BE)
- Universiteit Antwerpen (BE)
- University of Bonn (BE)
- Vicariaat Onderwijs (BE)
- Vlaamse Confederatie van ouders en ouderverenigingen (BE)
- Vlaamse Scholierenkoepel (BE)