Biotainer
Onze voedselsystemen zijn afhankelijk van een gezonde bodem. Meer dan 50% van de bodem in de EU is ongezond. De meest voorkomende vormen van bodemdegradatie zijn het verlies van organische koolstof in de bodem (53%) en het verlies aan bodembiodiversiteit (37%). In Vlaanderen vervolledigen de overmaat aan stikstof en fosfor en de compactering van de bodem de top vijf (EUSO Soil Health Dashboard). Het toepassen van compost biedt een uitweg aan alle vijf voornoemde cruciale uitdagingen voor onze (landbouw)bodems. Dit praktijkgericht onderzoek kadert in de Europese Soil Deal en richt zich specifiek op het vereenvoudigen van compostering van bedrijfs-eigen reststromen in de (glas)tuinbouw.
Dit project beoogt een laagdrempelige composteringstest mogelijk te maken. Op deze manier kunnen (glas)tuinbouwers op een snelle en praktische manier nagaan of hun (combinatie) van reststromen geschikt is voor compostering en welke eigenschappen de opgeleverde compost heeft. Deze eigenschappen bepalen hoe en waar de compost het best kan worden toegepast (voor, tijdens of na het groeiseizoen, als mulch of door ondermengen, als voedingsstof, als structuurverbeteraar of als natuurlijk gewasbeschermer).
Hiervoor zullen twee testsystemen onder de vorm van ‘kleine’ aangepaste cubitainers (1 m³) ontwikkeld worden waarmee vervolgens een snelle, laagdrempelige test op geschiktheid van reststromen en mengsels (kwaliteit compost & genereerde warmte en CO2) kan worden uitgevoerd.
Concreet hebben we twee testsystemen voor ogen, de eerste gebaseerd op een de traditionele manier van composteren waarbij de compost een aantal keer gekeerd wordt tijdens het composteringsproces, de tweede gebaseerd op een statisch systeem. Bij dit laatste systeem kan er bijkomstig ‘eenvoudig’ warmte worden afgetapt die ontstaat tijdens het composteringsproces door middel van een warmtewisselaar (biomeiler-systeem).
Via deze PWO willen we in kaart brengen welke (glas)tuinbouwbedrijven over geschikte reststromen beschikken om aan in-house compostering te doen en de gegenereerde compost (en in 2e lijn de opgewekte warmte en CO2) nuttig kunnen aanwenden. Afhankelijk van het soort input (reststromen) en de manier van composteren willen we onderzoeken welke composteigenschappen dat oplevert, hoe deze zich verhouden tot commercieel beschikbare compost en welke toepassingsmogelijkheden deze verschillende soorten compost kunnen hebben binnen het (glas)tuinbouwbedrijf. Hierbij wordt ook gekeken naar het regelgevend kader rond composteren en gebruik van eigen reststromen.
De te verwachten impact is dat (glas)tuinbouwbedrijven via dit project een nieuwe manier leren kennen om hun organische reststromen te verwerken tot hoogwaardige compost (alsook warmte en CO2) die op het eigen bedrijf gebruikt kan worden.
- BelOrta (BE)
- Boerennatuur vzw (BE)
- Ilvo (BE)
- PIBO Campus (BE)
- Rijke Bodem (NL)
- Stichting Biomeiler (NL)
- VLACO (BE)
- Wilderhof (BE)