Flipped Learning en talenonderwijs
Flipped learning – in Vlaanderen vaak gekend onder de naam flipping the classroom - heeft als uitgangspunt het zo efficiënt mogelijk gebruiken van de face-to-face klastijd in functie van actieverend en diepgaander leren.1 Hiervoor wordt de eerste kennismaking met nieuwe leerstof (die traditioneel in de klas gebeurt) verplaatst naar thuis (individual space), en komen leerlingen/studenten met voorkennis en vragen naar de klas (group space) om daar dan met de leraar als coach te werken aan de diepere verwerking van die leerstof (die in een traditioneel model thuis zou gebeuren).
Efficiënter gebruik van de klastijd, actiever en dieper leren in de klas, meer tijd in de klas om leerlingen te begeleiden met inzichtelijke problemen … dat klinkt allemaal als muziek in de oren, maar toch blijkt er een soort van drempelvrees te zijn bij onze Vlaamse leerkrachten om flipped learning toe te passen in hun lessen. De technologische component van flipped learning speelt daarin misschien een rol, maar ook het ontbreken van praktijkvoorbeelden van flipped learning kan gezien worden als één van de redenen waarom de adoptie van flipped learning in Vlaanderen uitblijft. Want, meer klastijd om actiever en dieper te leren vraagt van ons als leerkracht om radicaal anders te gaan nadenken over onze klastijd. Uit de eigen onderwijspraktijk is gebleken dat de toepassing van dit principe in de praktijk inderdaad niet altijd zo eenvoudig is als het klinkt. Flipped learning vraagt meer dan gewoon het omwisselen van klastijd en verwerkingstijd thuis. Als we deze mental shift bij (toekomstige) leerkrachten willen stimuleren, dan moet die ook ondersteund worden. Als lerarenopleiding kunnen we hierin een belangrijke rol spelen ten opzichte van het werkveld en de studenten van onze lerarenopleiding. In dit project beperken we ons tot het talenonderwijs, niet alleen omwille van onze eigen affiniteit, maar ook omdat er wereldwijd binnen de Flipped learning community vooral veel aandacht besteed wordt aan Math en Sciences. Flipped learning en taalonderwijs blijft onderbelicht. We verwachten niettemin dat de resultaten deels ook geschaald zullen kunnen worden naar andere onderwijsvakken.
Omdat in onze lerarenopleiding onder meer sterk ingezet wordt op competenties als ‘de onderzoekende leraar’ en ‘samenwerkend onderwijs ontwikkelen’ zullen we deze accenten ook in ons onderzoek verwerken. Daarom kiezen we voor een participatory action research met lerarenteams (teacher design teams). Zowel binnen onze eigen lerarenopleiding (beide campussen) als in een selectie van secundaire scholen (Brabant en Limburg) zal met ieder lerarenteam een eigen actie-onderzoek opzet worden. Tijdens de looptijd van dit onderzoek zulllen de lerarenteams iteratief de cyclus van Kemmis en McTaggart (2005) doorlopen, steeds vertrekkend vanuit de zelf- en peer-reflectie over een concreet gedeeld probleem of een concreet gedeelde vraag over flipped learning in talenonderwijs met als doel het ontwikkelen van een gemeenschappelijke flipped les (of lessenreeks).
Dit onderzoeksproject zal resulteren in praktische en onderwijskundig relevante aanbevelingen voor werkveld en beleid. De leidraad zal hefbomen en valkuilen bevatten voor leraren talen secundair onderwijs, student-leraren en lerarenopleiders secundair onderwijs op basis waarvan ze weloverwogen aan de slag kunnen met flipped learning in hun eigen taalonderwijs. Daarnaast zullen de resultaten van dit onderzoeksproject ook geïmplementeerd kunnen worden in een keuzevak Flipped Learning in de keuzeruimte in opleidingsfase 3 van de lerarenopleiding campus Heverlee.
- Central Connecticut State University (US)
- Flipped Learning Global Initiative (BE)
- KU Leuven (BE)
- Katholiek Onderwijs Vlaanderen (BE)
- Odisee (HUB) (BE)
- Spectrumcollege campus Beringen (BE)
- T2 Campus (BE)
- UC Limburg Lerarenopleiding (BE)