Ontwikkeling van (bouw)materialen op basis van zetmeelhoudende reststromen

Vlaanderen heeft zich tot doel gesteld om tegen 2030 één van de duurzaamste bio-economieën van Europa te worden. In juli 2015 verscheen het ‘Actieplan Duurzaam beheer van biomassa(rest)stromen’ waar gekeken wordt naar de kringloop landbouw-voeding-consument om de verliezen in de voedselproductie te reduceren.1 Heel wat landbouwgewassen die aangewend worden binnen de voedingsindustrie resulteren finaal nog in aanzienlijke hoeveelheden zetmeelhoudende reststromen. Ook vanuit de bouwindustrie groeit stilaan meer en meer het bewustzijn om tot een circulaire bouweconomie te komen aangezien de bouw en fabricage van bouwmaterialen een zeer grote CO2-uitstoot met zich meebrengen.2,3

Binnen dit project wordt de focus gelegd op de aardappelteelt en –verwerkende industrie. Nagenoeg de helft van de geteelde aardappelen geraakt binnen deze sector niet tot de consument.4 Bij de verwerking van de geschikte aardappelen in de aardappelverwerkende industrie blijven bovendien onvermijdelijk nog heel wat zetmeelhoudende reststromen over, die momenteel vaak vergist worden. De zetmeelhoudende reststromen zullen aangewend worden voor het ontwikkelen van nieuwe bio-ecologische materialen met geschikte fysische eigenschappen voor diverse toepassingen, met een speciale aandacht naar de bouwsector. Mogelijke toepassingen voor deze materialen zullen worden afgetoetst met verschillende stakeholders. Hiernaast wordt er ook mee onderzocht in welke mate de verschillende componenten van deze (bouw)materialen gerecycleerd kunnen worden.

De doelgroep omvat bedrijven binnen de voedingsindustrie die kampen met zetmeelhoudende reststromen, bedrijven die de ontwikkeling en upscaling technologisch kunnen ondersteunen en eindgebruikers (bedrijven, ontwerpers, architecten, …) die werkzaam zijn met ecologische (bouw)materialen of rond duurzaam bouwen en wonen. Op deze manier wordt de volledige waardeketen betrokken tijdens het onderzoek en kunnen zij waar nodig nuttige informatie aanleveren.

Het STACKS-project draagt niet enkel bij aan de circulaire economie, maar ook aan de bio-economie door het herwaarderen van aardappeloverschotten die niet meer geschikt zijn voor menselijke consumptie naar nieuwe, economisch interessante toepassingen met respect voor het milieu. Door gebruik te maken van (quasi) onuitputtelijke grondstoffen en door recyclage van het eindproduct zal de milieu-impact van deze bio-ecologische materialen eerder laag zijn waardoor ze onder meer de ecologische voetafdruk binnen de bouwindustrie mee kunnen helpen verkleinen.