Samen met HIVA (KU Leuven) evalueerden we de zomerscholen TransBaso en OKAN georganiseerd in de zomer van 2020 in Leuven. We voerden dit onderzoek uit in opdracht van SOM en Stad Leuven. Voor deze eerste editie van de zomerscholen ging het om een procesevaluatie. We onderzochten de voorbereiding, het aanbod en het verloop van de zomerscholen. De ervaringen van de vrijwilligers, dragende kracht van de zomerscholen, stonden hierin centraal.
De zomerschool Transbaso was gericht op leerlingen die in september 2020 de overstap maakten van het basis- naar het secundair onderwijs. De zomerschool OKAN had als doelgroep anderstalige nieuwkomers in het secundair onderwijs, die op hun beurt de overstap maakten naar het reguliere onderwijs. De zomerscholen vonden plaats tijdens de twee laatste weken van augustus. In totaal namen 165 leerlingen deel aan het tiendaagse programma. De inhoudelijke voorbereiding van de zomerscholen en de begeleiding van de verschillende groepen werd bijna exclusief gedragen door vrijwilligers. Stad Leuven voorzag in de praktische organisatie, coördinatie en ondersteuning van de vrijwilligers.
We voerden gesprekken met vrijwilligers en coördinatoren, we waren aanwezig in de zomerscholen en namen een enquête af bij de vrijwilligers. Hieruit bleek dat de vrijwilligers zeer tevreden waren over de organisatie van de zomerscholen, zeker gezien de beperkte tijd die er voor handen was om een boeiend en betekenisvol programma te realiseren. De vrijwilligers gaven vooral aan voor volgende edities te behouden wat goed was. Toch gaven we vanuit ons onderzoek enkele verbeterpunten mee:
Voorzie voldoende diversiteit onder de vrijwilligers (gender, leeftijd, ervaring, etnisch-culturele achtergrond). Dit kan de interactie met de jongeren bevorderen en rijker maken.
Besteed voldoende aandacht aan haalbaarheid van verplaatsingen, duidelijke afspraken over dagindeling en pauzes en een dagelijks afsluitmoment met leerlingen, vrijwilligers en ouders. Dit laatste kan de onderlinge betrokkenheid vergroten.
Realiseer meer afstemming tussen de behoeften en interesses van de leerlingen en het programma, met andere woorden meer differentiatie in het programma.
Voorzie een startmoment, waarbij de leerlingen voldoende worden geïnformeerd over het verloop, de aanpak en de doelstellingen van de zomerschool. Tijdens dit startmoment kunnen ook gezamenlijk een aantal afspraken en leefregels worden opgesteld.
Blijf voldoende en diverse vormen van ondersteuning en begeleiding van vrijwilligers aanbieden in de zomerscholen, maar geef hierin (meer) specifieke aandacht aan vrijwilligers die weinig tot geen ervaring met de doelgroep hebben.
Onderbouw het integraal werken – complementariteit van formeel, non-formeel en informeel leren – beter uit en zorg voor opvolging van de leerlingen na de zomerschool, onder meer via doorstroom naar andere na- en buitenschoolse initiatieven.
Voor de meeste vrijwilligers betekende de betrokkenheid bij de zomerscholen ook een persoonlijke meerwaarde. De bereidheid om ook volgend jaar als vrijwilliger mee te werken aan de zomerscholen was erg groot! We hopen volgend jaar opnieuw betrokken te worden bij de evaluatie van de zomerscholen en dan de focus te kunnen leggen op de ervaringen van de leerlingen.
Contact: Dr. Reinhilde Pulinx, Inclusive Society