In naam van de liefde
De impact van het werk van bell hooks op twee docenten leerkrachtenopleiding in Vlaanderen
HOOFD
Al jaren stappen wij, eva en karine, lokalen in het (hoger) onderwijs binnen met de gedachte dat we een democratische zone betreden. We geven les over didactiek en pedagogie. We denken dat we onze studenten en hun leefwereld begrijpen en dat we een fijne relatie met hen hebben. “We zijn heel toegankelijk”, “Studenten mogen me mailen met vragen” en “Ik vraag de studenten altijd om hun redeneringen in woorden om te zetten” zijn veelgehoorde uitspraken in een leerkrachtenopleiding.
We denken dat omdat we leerkrachtenopleiders zijn, omdat we al heel wat kwantitatief hoogstaand onderzoek hebben gelezen over onderwijs en omdat we al tal van na- en bijscholingen volgden die ons nog beter in ons vak zouden maken.
Volgens de steengoede John Hattie leerden we dat student-leerkracht relaties een (leer)effectgrootte van 0.52 hebben (10 Mindframes for Visible Learning). We weten dus op basis van onderzoek, uitgevoerd volgens de regels van de academische kunst, dat het belangrijk is om in te zetten op de relatie tussen student en docent en hoe belangrijk het is om rekening te houden met de leefwereld van de lerenden. We goochelen voortdurend met woorden als diversiteit en differentiatie. En toch, we weten dit met ons hoofd. Onlangs leerden we ook weten met ons hart en lijf, een vreemde ervaring voor ons in het domein van professioneel onderwijs.
Audre Lorde zegt het schoon : “The white fathers told us: I think, therefore I am. The black goddess within each of us - the poet - whispers in our dreams: I feel, therefore I can be free.” ― Audre Lorde
TAAL
bell hooks, Amerikaanse auteur, feministe, professor, geboren onder de naam Gloria Jean Watkins, overleed op 15 december. Ze publiceerde ongeveer 40 boeken. Haar naam altijd met kleine letters : de focus ligt op de boodschap, niet op haar persoon. Ze koos haar auteursnaam ter ere van haar grootmoeder van wie ze als opgroeiende echte liefde ervaarde en wiens directheid ze bewonderde. karine deelde “Teaching to transgress” op sociale media, eva las het boek, bell’s ideeën leidden ons naar elkaar.
Op dezelfde manier werden we allebei diep geraakt door bell hooks. Na de eerste boeken die we lazen van haar, Teaching to Transgress en Teaching Community, beseften we dat we helemaal niet zo toegankelijk waren als docenten. Zoals bell in Teaching to Transgress schrijft, erkenden wij helemaal niet expliciet (genoeg) hoezeer het witte, Eurocentrische denken elk aspect van ons werk beïnvloedt, inclusief de manier waarop we leren, de inhoud van wat we leren en de manier waarop we worden onderwezen. Wij spraken niet over de klassenverschillen (die onze waarden en normen, attitudes, sociale relaties en vooroordelen over hoe kennis overgedragen en ontvangen wordt, vormen) tussen ons en onze studenten of tussen de studenten onderling.
Na meer dan 15 jaren onderwijservaring gingen we onverwacht door een professioneel proces zoals we het maar af en toe eens meemaken. Wat raakte ons in haar werk? In de eerste plaats, het verankeren van liefde, hoop en spiritualiteit in het hoger onderwijs.
Daarnaast ook haar kritische, grondige analyses, haar dialoogstijl, de manier waarop ze theorie en praktijk bewust versmelt, haar moed om de onrechtvaardige mechanismen van het systeem steeds naar de voorgrond te schuiven en aan te kaarten met iedereen. Ze spreekt over liefde voor studenten op een directe en empowerende manier. Ze leerde ons zorgvuldig na te gaan waar we studenten zaken laten ‘ondergaan’ in onze opleidingspraktijk. Ze geeft taal aan ons, lesgevers, taal aan inzichten en ervaringen die we voordien niet konden benoemen.
We beseffen nu meer dan ervoor hoe taal ons denken over studenten beïnvloedt: “kwetsbaar”, “taalarmoede”, “remediëring”, … Woorden die mensen riskeren klein te houden. Om mensen te versterken, gebruiken we vervolgens academisch jargon waardoor de veel geweldige (bijv. feministische) ideeën onze studenten niet bereiken. Dit kan anders.
HART
bell hooks helpt ons kritisch te kijken naar het begrip diversiteit en het moeilijke werk dat daar doorgaans bij komt kijken. We moeten ingebakken denkpatronen “unlearnen” en “relearnen” wat verdomd lastig is en conflicten, pijn en verwarring met zich meebrengt. Diversiteit is moeilijk, paradoxaal en vooral messy, zo leerden we ook van Sara Ahmed in ‘On Being Included’. Maar zoals Brene Brown, een andere bell hooks-fan en onderzoekster van gevoelens, wel eens zegt: “The magic is in the mess”.
hooks doet ons afvragen of we in het onderwijs wel de effecten bereiken die we beogen als we werken aan diversiteit. We verlangen naar een meer inclusieve manier van samenleven maar gebruikten tegelijkertijd nooit zoveel aparte hokjes om over mensen te spreken wanneer het gaat over integratie in het onderwijs en de samenleving. bell toont ons hoe we diversiteit naar elke lerende kunnen doortrekken en tegelijk snijdt ze de discriminerende factoren in ons systeem verbonden met klasse, gender en ‘ras’ en de kruispunten daarbinnen aan. Ze spreekt niet over ethnisch-culturele diversiteit, genderdiversiteit, kwetsbare studenten en kwetsbare kinderen noch over burn-out. Ze heeft het over racisme, seksisme, klasse en kapitalisme/neo-liberalisme. Ze strijkt tegen de haren van het systeem in en belicht de strijd, het verzet, de mogelijkheden om deze discriminerende grenzen over te steken. Ze spreekt vanuit liefde voor élke student. Liefde betekent iets anders dan zorgend of affectie. Liefde in bell hooks-taal is empowerend en veeleisend werk. ‘Liefde is wat liefde doet’ benadrukt ze in navolging van Pect in haar bestseller All about Love.
hooks leerde ons begrijpen hoe onze studenten voor ons óók kennis kunnen ontsluiten vanuit hun leefwereld, hun gesitueerdheid en hun leven. Als we onze theorie op een niet dominerende maar op een versterkende manier aanbrengen, zet dit ons in een andere (machts-)relatie tot onze studenten. Zonder deze ontsluiting blijft theorie een zaak van degenen die in machtsposities staan. hooks richt zich tot de dominante groepen in de samenleving eerder dan tot de groepen in de marge (Teaching to Transgress, hoofdstuk 6). Onderwijs is niet de weg tot vrijheid, onderwijs is het proces van grenzen onderzoeken en vervolgens overgaan zodat het de praxis van vrijheid wordt.
De systemische onrechtvaardigheid zit tot in het cement van onze klasmuren, hoe hybride ook, hetgeen consequent met studenten onderzocht en in vraag gesteld moet worden. We leerden met bell hooks ons fundamenteel afvragen of we de leefwereld van de lerenden echt ooit kennen? We gaan er nu vanuit dat we die leefwerelden en codes niet kennen ; dat we niet weten hoe onze studenten denken en waarom ze doen wat ze doen om onszelf ertoe te dwingen de dialoog in onze onderwijsactiviteiten open te gooien en hen systematisch uit te nodigen om te reageren en hun beweegredenen uit te leggen. Wij als middenklasse, lang opgeleide, witte docenten die weinig situaties van geweld ervaarden en veel genoten van privileges kunnen zich misschien vooral bij de studenten met een gelijkaardige gepositioneerdheid iets voorstellen en dan nog is er op zijn minst een generationele kloof. Dat heeft tot gevolg dat de kennis die we in onze vakken aanbieden al op een bepaalde manier begrepen wordt.
Met bell hooks verzetten we ons tegen het idee dat je “tegenwoordig niks meer mag zeggen of benoemen”, integendeel, ze leert ons hoe je het sociaal onrechtvaardig gedrag van vrienden, collega’s of studenten aan de kaak kan stellen en toch respect kan opbrengen voor het werk van die persoon en de mens zelf. Ze doet het met, jawel, Paolo Freire. Ze noemt hem seksistisch en tegelijk uit ze hoe zijn onderwijsbenadering helend voor haar was en behouden ze bewondering voor mekaar en vriendschap. ‘Critical interrogation is not the same as dismissal’, zegt ze (Teaching to transgress, p. 49).
AAN DE SLAG
De leeromgeving die we nu met onze studenten willen creëren is er een waarin we allebei volledig in een lerende positie staan en zo de (machts-)verhoudingen in de klas herdenken. Wanneer we lesgeven, gebruiken we hooks’ pedagogische wenken en moedigen we studenten aan om kritiek te geven, suggesties te geven en interventies te doen. We bespreken moeilijke punten als ras, klasse en gender en nemen het cement van onze fancy klaslokalen op de hogeschool onder de loep om het sterker te maken. We proberen de controle los te laten terwijl we hoge eisen stellen aan de studenten. In elk opleidingsonderdeel gaan we samen door een proces.
Ik, karine, benadruk herhaaldelijk dat alles wat zij voelen en in hen opkomt wanneer ze iets in de klas zien of horen, belangrijk genoeg is om in het midden te leggen, het erover te hebben en ermee aan de slag te gaan binnen de theorie die geleerd wordt.Wanneer een lerende zegt “Ik weet niet of dit is wat u wil horen, maar ik denk…” ga ik in gesprek.
Ik, eva, start elk opleidingsonderdeel door te expliciteren dat ook ik in een lerende positie sta. Dat ik samen met de studenten door een leerproces wil gaan waarbij hun weten, ervaren en voelen nodig zijn om zo theorie en praktijk te integreren om kritisch bewustzijn te ontwikkelen.
Opnieuw beseften we tijdens de voorbije evaluatiegesprekken dat we de afstand hadden verkleind, dat we meer empowerend hadden geëvalueerd, zonder in te boeten aan duidelijkheid en zonder de lat lager te leggen. Integendeel.
Wij zijn en blijven twee lang opgeleide docenten met een heel eigen gesitueerdheid en levenservaring . Wij moeten des te meer constant ‘unlearnen’ en ‘relearnen’. In elke les, in elk contact met studenten, in elk onderzoeksproject. We zijn niet meer bang om microgesprekken naar een gesprek over systemische onrechtvaardigheid te tillen; niet meer bezorgd om te betrokken te raken of om niet goed genoeg af te bakenen. We hebben meer vertrouwen om moeilijke gesprekken aan te gaan. We werken in naam van de liefde en met bell in onze gedachten.
Ben je nieuwsgierig geworden naar het werk van bell hooks en wil je graag na het lezen van haar werk erover praten? Of kan je ons iets aanreiken zodat we nog verder kunnen ‘unlearnen/relearnen’ in dit verband?
Contacteer ons dan gerust via e-mail: karine.hindrix@ucll.be eva.faes@ap.be Dit blogartikel is gebaseerd op het op 13/2/2022 gepubliceerde, Engelstalig artikel op www.etenjournal.com