Op de Internationale Vrouwendag schrijven wij, vijf vrouwen, tevens onderzoekers van partnergeweld, een brief aan mannen, ook al denken wij liever in termen van ‘kruispunten’ dan in termen van geslacht. Door het hier te benoemen, zwart op wit, komen we tot het hart van onze boodschap. Want maatschappelijk gezien worden vrouwen én mannen nog steeds anders, vaak binair benaderd en dat is voor beide partijen een slechte zaak.

Beste mannen

Onszelf aan elkaar voorstellen lijkt overbodig. We zijn immers samen opgegroeid in deze wereld. En mag ik ook zo vrijpostig zijn om te zeggen dat we elkaar graag zien? Toch krijgen we veel van elkaar te verduren. Mannen horen leiders te zijn, stoer, competitief, ... En als je dat niet bent, dan ben je een loser, een mietje, of wordt luidop aangenomen dat je wel homoseksueel moet zijn (“geh” zoals jongeren dat nu zeggen). Doorgaans klinkt het credo: wees vooral niet (te) vrouwelijk. Wees mannelijk, wees een echte man. Zo een man met okselhaar en lichte zweetgeur. Het weerklinkt maar al te vaak ”onderdruk die vrouwelijke eigenschappen”. Ontken ze. Wij kennen dat soort van stereotyperingen maar al te goed. Denk maar aan de vele keren dat over vrouwen gezegd wordt dat ze ambitieus zijn of goed kunnen parkeren… voor een vrouw.

Waarom wentelen we ons zo graag in die binaire of traditionele rollen? Waarom gaan we ons met z’n allen anders kleden, andere zeep gebruiken, andere zitposities aannemen? Waarom bestaat er zoiets als meisjesspeelgoed of een ‘mannenjob bij uitstek’?

Zelfs nu we ons hoe langer hoe meer bewust zijn van het verschil tussen geslacht en gender, voeden we jongens en meisjes nog steeds verschillend op en kneden we hen onbewust in hun rollen. Meisjes horen schattig en beminnelijk te zijn. Jongens moeten stoer en sterk zijn. Er is uiteraard niets mis met een schattig meisje of een sterke jongen. Wat verkeerd is, is dat jongens niet zachtaardig zouden kunnen zijn, of meisjes niet dominant. We leren onze kinderen een richting aan waarin hun geslacht bepaalt hoe hun leven eruit ziet. Die socialisatie stimuleert om kunstmatige grenzen als menselijk te zien. Vanuit deze tweespalt worden de regels van de samenleving onbewust gevoed, met alle gevolgen van dien, die vaak pas zichtbaar worden wanneer het al te laat is.

Vermannen, het werkwoord dat mannen hun eigenheid negeert.

Beste man, ik hoop dat je dit niet als een verwijt ziet. Denk dat vooral niet. Het is namelijk ook onze verantwoordelijkheid. Wij aanbidden dat beeld van de stoere held of de succesvolle man in maatpak, althans dat laten we zo graag uitschijnen. Niets is aantrekkelijker dan een handige man, toch? Wij houden dat ideaalbeeld mee in stand. Al willen we ook dat een man kan praten over zijn gevoel, en dat hij goed kan luisteren, dat geven we en passant ook even mee.

Uiteraard moet iedereen de vrijheid krijgen om wel én niet te spreken over hun wensen, noden en verwachtingen. Toch zien we in onderzoek bepaalde patronen terugkeren en daar stellen we ons vragen bij. Zo blijkt telkens weer uit onderzoek dat mannen veel minder spreken over slachtofferschap van geweld. Mannen vertellen ons, ja dat doen ze wanneer je het op een respectvolle manier vraagt, dat ze zichzelf niet graag identificeren als een slachtoffer.

Wat doen we met gedrag dat niet in een hokje past? Wie trekt wanneer welke lijn en hoe geven we aan dat een lijn overschreden wordt? Wanneer is dit dan een misdrijf als de lijn geen rechte lijn is? Vooraleer die vragen kunnen worden gesteld, stoten we op een fundamenteel probleem. Het feit dat je onderworpen wordt aan geweld, zou dat gevoel van mannelijkheid aantasten, laat staan dat je er dan nog eens met een ander over zou spreken. Het moet gezegd worden, mannen halen als slachtoffer minder de krantenkoppen dan vrouwen, komen minder vaak in de politiestatistieken terecht, en vinden moeilijker de weg naar hulp.

Wat als een eenrichtingsstraat plots een drukke snelweg blijkt te zijn?

Dit heeft een onmiskenbare impact op hoe we omgaan met situaties van geweld tussen mannen en vrouwen. Zo vertelde een hulpverlener dat het volledige team van zijn stoel viel toen ze vernamen dat een vrouw een tijdelijk huisverbod kreeg omwille van partnergeweld tegen haar man. We zijn zo gewend aan de idee van de man als pleger van geweld en de vrouw als het te redden slachtoffer. Bovendien wordt partnergeweld haast uitsluitend toegeschreven aan de betrokkenen, zonder daarbij rekening te houden met de impact die een omgeving kan hebben of de dynamieken die spelen. Dat perspectief, waarbinnen geen plaats is voor vrouwelijke daders en mannelijke of intersekse slachtoffers, is niet langer houdbaar. De man als pleger voorstellen, die geweld pleegt op zijn (ex-)partner omdat ze vrouw is, is niet altijd de correcte afspiegeling van de realiteit. Het is vooral een reflectie van de huidige taboes en het genderstereotype denken rond vrouwen én mannen.

In ons land ontbreekt degelijk onderzoek al ruim tien jaar, maar wetgevende initiatieven zijn jaarlijks schering en inslag. Wat weten we wel, beste mannen? Er zijn voldoende bewijzen dat zowel mannen als vrouwen slachtoffer zijn van partnergeweld. Onderzoek wijst uit dat partnergeweld een bijzonder complex probleem is dat de traditionele heteroseksuele of etnisch homogene relaties overstijgt. Extreem partnergeweld door een controlerende en dominante partner komt voor, en veel meer mannen dan vrouwen zijn dader. Geweld door mannen is in vergelijking met vrouwen vaak ernstiger, dodelijker, langduriger en frequenter dan geweld gepleegd door vrouwen.

Mannen zijn niet immuun voor geweld.

Maar, situaties van partnergeweld zijn vaak niet eenzijdig en vinden een voedingsbodem in de dynamiek tussen de partners. Niet zelden maakt geweld deel uit van een patroon waarbinnen partners wisselende posities kunnen innemen. Het beëindigen van het geweld, veiligheid installeren en groeien naar herstel kan enkel lukken vanuit een visie die hier rekening mee houdt. Laat ons heel duidelijk zijn. Geweld is nooit oké. Een aanpak op maat is nodig. Dit doe je niet door mensen als roerloze wezens te zien en hen enkel als slachtoffer of pleger te bestempelen. Door betrokkenen te benaderen vanuit hun verschillende rollen, kan vanuit hun kracht aan herstel en de toekomst worden gewerkt.

Die stereotypering speelt ook de hulpverlening nog steeds parten. We zien dat hulpverlening en opleidingen nog vaak te vrouwelijk zijn en dat mannen hun weg er niet naar vinden, zowel omwille van toegankelijkheid als omwille van aanbod op maat.

Waar zit nu de clue? We stellen onszelf met z’n allen de vraag wat mannelijk of vrouwelijk precies inhoudt, maar vergeten daarbij in de spiegel te kijken. We nemen hier de bocht in de leerschool van inclusie waar duurzaam omgaan met mensen centraal staat. Dit begint vanuit respect voor de identiteit van de betrokkenen. Kleef dus geen label van slachtoffer op iemand die een probleem heeft. Kleef geen label van loser op een jongen die graag nagellak draagt. Maak die ommezwaai van label naar kracht. Die kracht zit net in de aandacht die we hebben voor de meerzijdige lagen en perspectieven, een hiaat dat wij als onderzoekers vaak vaststellen. Het is belangrijk dat we vooral onszelf zijn om te kunnen samenleven, los van wat mannelijkheid of vrouwelijkheid zou moeten inhouden.

Etiketjes zijn voor appels en jeukende truien. Niet voor mensen.

Deze brief, beste mannen, is geen aanmaning noch een verwijt, het is een uitgestoken hand om samen te werken aan een brede herwaardering van mannelijkheid én vrouwelijkheid. Geen van ons twee kan het alleen redden. We zijn bondgenoten, en vooral verbonden in de kunst van het samenleven. Met elkaar. Het thema van de Internationale Vrouwendag, #ChooseToChallenge, is een keuze voor iedereen, ook mannen, om af te tasten tot in hoeverre we willen ingaan op uitgestoken handen. We schreven jullie deze brief omdat we een lans willen breken om stil te staan bij onze eigen rol en onze eigen kracht en kwetsbaarheid: hoe kan en wil ik een impact hebben op het samenleven? Op de werkvloer, in het gezinsleven, en in bed. Dit is een oproep om te bezinnen over onze eigen directe stempel binnen onze omgeving, en een appel aan professionals en beleidsmakers om in alle goede bedoelingen en initiatieven dit meerzijdig perspectief niet te laten ondersneeuwen in een binair regime. Laat ons toewerken naar een gelijkwaardig beleid waarbinnen het informatie- en hulpaanbod rekening houdt met ieders rol. Dat zou het schoonste cadeau zijn wat we elkaar kunnen geven voor de Internationale Vrouwendag.

drs. Serafine Dierickx, dr. Anne Groenen, dr. Evi Verdonck, dr. Elke Emmers en Ellen Nijs

Wie zelf vragen heeft over partnergeweld, kan gratis en anoniem bellen naar hulplijn 1712.