De passie voor het lesgeven en onderwijs weer aanwakkeren

Op Aswoensdag begint voor katholieken de vastenperiode. Iedereen, gelovig of niet gelovig, kent wel deze woestijnervaring waarin we de voeling met ons werk en leven kwijt zijn. Het gevoel geleefd te worden. Het gevoel dat alles een zaak is geworden van ‘uitvoeren’ en niet meer van samen (be)leven. Het gevoel dat de gedrevenheid die van binnen komt, is opgedroogd. Wat rest, is het ritme van ‘moeten’, ‘opleveren’, ‘in orde zijn’, ‘maken’.

Vasten is de periode van stilvallen en tijd nemen voor een innerlijke huishouding. Zoals een grote lenteschoonmaak waarbij we uit huis gooien wat ‘te veel’ plaats inneemt, en een zichtbare plek geven aan dat wat we koesteren en willen borgen.

Ik zorgde er altijd voor dat alle leerwerkboeken ingevuld waren. Een ingevuld werkboek zag ik als een bewijs dat ik als leraar goed bezig ben en alle leerstof heb gezien. Ik hing eraan vast. Maar ze zijn helemaal geen doel op zich, slechts een leermiddel. Nu neem ik meer afstand: ik zorg gericht voor extra oefeningen om moeilijke bewerkingen echt in de vingers te krijgen. De rekentafels oefen ik terug op de tegels van de klas, en ik zoek naar andere speelse vormen om ze te automatiseren. Net zo met het leren schrijven van de letters. Dat de leerlingen willen doorzetten en elkaar helpen om het te kunnen en kennen, geeft me vertrouwen om mijn weg verder te zetten.

Misschien kan de vastenperiode een tijd zijn om als school stil te staan bij het schoolwerk dat we doen en van waaruit we dat doen. Welke klas- en schoolpraktijken geven zin en willen we graag (nog meer) blijven koesteren en verder borgen? Welke praktijken vragen zeer veel energie, leiden af van wat er echt toe doet en laten we best los? Welke praktijken hebben we de laatste jaren herontdekt en willen we borgen voor de toekomst?

Een oefening om (terug) voeling te krijgen met wat er voor ons, als school, als leraren, als directie echt toe doet. Het is 40 dagen stap voor stap de passie terug aanwakkeren.

Elk dag stond ik als directeur aan de schoolpoort, vaak stelde ik me de vraag of ik mijn tijd niet beter kon vullen met iets anders, er lag nog zoveel werk op mijn bureau! Toen mijn school regelmatig dichtging omwille van quarantaineregels, was dat moment aan de schoolpoort het eerste wat ik miste. Nu kijk ik er elke morgen naar uit: goedemorgen, welkom, ik maak een praatje met de leerlingen, probeer voeling te krijgen met wat er leeft, complimenteer hen die op tijd zijn, en ja, ik sanctioneer laatkomers. Af en toe spreekt een ouder me aan. Gewoon er zijn, er staan, dankbaar dat iedereen er elke dag weer is. Op die weg wil ik verder vertrouwen.
“De helft van mijn schoolwerktijd bestond uit mails beantwoorden. Ik werd er gek van. Ouders die vragen hadden over de taken of bij de punten, leerlingen die iets niet begrepen, en hup, een vraag in een mail. Naast alle andere administratieve mails die binnenkwamen. Het zoog alle passie uit mijn lijf, want ik geef zo graag les. Mijn lessen slabakten omdat er zo weinig tijd en aandacht nog ging naar mijn voorbereidingen. Leerlingen verloren hun aandacht en haakten af, ik was voortdurend lastig omdat er niet werd opgelet. Ofwel een burn-out ofwel het anders aanpakken. Ik zat diep, het was erg leeg vanbinnen. En toen besefte ik het: mijn lesmomenten zijn heilig. Bij aanvang van de les schrijf ik nu op het bord wat de inhoud is, en of er een opdracht of voorbereiding verwacht wordt. Ik kijk erop toe dat iedereen dat overneemt en luistert, hou rekening met reacties. Tussen mijn lessen door antwoord ik op geen enkele mail van de leerlingen over de les of opdrachten. Wat een ademruimte, voor mij én de leerlingen. Ze sturen geen mails meer. Als iets onduidelijk is, dan vragen ze het aan elkaar of we pakken dat gewoon de volgende les terug op. Punten zet ik niet meer op Smartschool, maar neem ik door met de klas. Soms bel ik een ouder op, en nodig ik actief uit voor een oudercontact: dat is de plek waar ik met ouders in gesprek wil gaan om samen te kijken waar hun zoon en dochter staat.

Durven breken met wat ons schoolwerk aan banden legt om na 40 dagen te verrijzen. Een nieuwe wind laten waaien om als leraar en als school boven onszelf uit te stijgen.

Dan pas kan het lente worden.

Ilse Geerinck & Bruno Gevaert

Docenten RZL en r.-k. godsdienst

Expertisecentrum Art of Teaching

Ilse.Geerinck@ucll.be