
Vlaamse jongeren geven zelf aan dat leeftijdsgenoten, ouders en leerkrachten hun eerste aanspreekpunt zijn wanneer zij slachtoffer worden van Image-Based Sexual Abuse (IBSA). Jouw reactie kan dus een wereld van verschil maken. Die reactie is namelijk bepalend in hoe onze jongeren omgaan met IBSA. Dit praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek (PWO) gaat samen met leeftijdsgenoten, ouders en leerkrachten op zoek naar wat een ondersteunende reactie écht ondersteunend maakt. Het doel van dit PWO is dan ook om de reactie van de directe omgeving van jongeren (14-16 jaar) te versterken wanneer ze geconfronteerd worden met deze drie vormen van IBSA.
Image Based Sexual Abuse (IBSA)?
= Een vorm van door technologie gefaciliteerd misbruik waarbij intieme beelden van een persoon worden genomen en verspreid of waarbij wordt gedreigd om de beelden te verspreiden zonder toestemming van de persoon.
Image-Based Sexual Abuse (IBSA) is een alomtegenwoordig fenomeen onder jongeren (14-16 jaar). Dit onderzoek focust zich op drie types IBSA:
- Het niet consensueel verspreiden van naaktbeelden
- Cyberflashing of zogenaamde “dickpics” of “clitpics”
- Deepnudes
Uit het onderzoek Apenstaartjaren blijkt dat een kwart van alle tieners en jongeren al eens een seksueel getinte foto ontving van iemand zonder dat die persoon ervan wist. Zo’n 61% heeft wel het gevoel dat ze hierover bij hun ouders kunnen aankloppen. Dit is een stijging sinds het vorige onderzoek van Apenstaartjaren. De rest zoekt vooral steun bij vrienden of klasgenoten. Een kleiner aantal praat ook met broers of zussen of volwassenen die ze vertrouwen. Net als bij andere digitale problemen zijn ook hier leerkrachten niet het eerste aanspreekpunt.