CLIL

Onderzoek naar de impact van Content and Language Integrated Learning (CLIL) geeft op vele vlakken aan dat er een positief effect is. Zo wordt o.a. aangetoond dat CLIL-leerlingen beter scoren qua beheersing van de doeltaal (Admiraal et al, 2006; Lorenzo et al,2010). Wanneer het aankomt op de beheersing van de vakinhouden, komen ofwel positieve ofwel neutrale resultaten naar boven (Admiraal et al, 2006; Seikkula Leino, 2007; Van de Craen et al, 2007; Jäppinen, 2005). Op het gebied van schoolse motivatie zou CLIL eveneens een positief effect hebben (Merisuo-Storm, 2007). Het is echter zo dat er in Vlaanderen nog maar weinig gegevens beschikbaar zijn in welke mate deze bevindingen ook in onze contreien gevonden worden. Het PWO-project ‘CLIL in Vlaanderen’ bracht hier al verandering in, aangezien dit het eerste wetenschappelijk onderzoek is naar de effecten van CLIL in Vlaanderen sinds de officiele introductie van CLIL in september 2014. Er zit echter wat ruis op de originele data van dit project, aangezien het project pas half september van start ging en de testontwikkeling pas af was eind oktober, waardoor de nulmeting pas in november van start kon gaan. Omdat er daardoor niet van een echte nulmeting kan gesproken worden, beslisten de onderzoekers om in het tweede jaar van het project een extra groep leerlingen te testen. Op deze manier was het wel mogelijk om een groep leerlingen vanaf het absolute begin op te volgen. Deze extra data moeten echter nog geanalyseerd worden en zijn cruciaal om te kunnen vaststellen of er ook in Vlaanderen een zogenaamd CLIL-effect gevonden kan worden. Het CLIL-effect is namelijk het verschil in leerwinst dat gevonden wordt tussen CLIL en niet-CLIL leerlingen. Nagaan of er van dit zogenaamde CLIL-effect sprake is in Vlaanderen, is meteen ook de eerste doelstelling van dit project (via de verwerking van de extra data verworven in het PWO-project ‘CLIL in Vlaanderen’).

Binnen de CLIL-literatuur (zie hierboven) wordt het CLIL-effect toegeschreven aan het feit dat er lesgegeven wordt in meer dan een taal, en dat meertaligheid verschillende positieve effecten heeft. Er wordt ook melding gemaakt van de ‘CLIL-didactiek”’en dat deze het leerproces beter zouden ondersteunen en stimuleren. Opvallend is echter dat de didactiek die hier naar voor geschoven wordt helemaal niet nieuw is en uitgaat van het constructivistische ‘student centered interactive teaching’ uitgaat. Deze didactiek is al uitgebreid bestudeerd en heeft z’n effect al bewezen in het verleden (Marinko et al, 2016; Friedlaender, 2014; Prince, 2004). Het is dus opvallend dat binnen het CLIL-onderzoek tot nu toe de vraag nog niet gesteld is in welke mate het zogenaamde CLIL-effect niet gewoon te wijten is aan de didactiek. Dit is meteen ook de tweede doelstelling van dit onderzoek (via een nieuwe onderzoeksmethodologie die focust op de core business van CLIL, nl. de didactiek).
Zo willen we een antwoord vinden op de vraag of CLIL een impact heeft op de kennisverwerving en zo ja, of die impact te wijten is aan de didactiek of aan het leskrijgen in meer dan één onderwijstaal of aan de combinatie van beide factoren. We gaan daarbij ook na via observaties en bevragingen wat de invloed van de verschillende settings is op de lesbeleving van de leerlingen. Daarmee bedoelen we: de motivatie van de leerlingen voor de bewuste reeks lessen, hun subjectieve beleving ervan.

Vandaar dat de doelgroep van dit CLIL-onderzoek zeer ruim is: zowel CLIL- als niet-CLIL-leerkrachten, maar ook directies, schoolteams, pedagogische begeleiding, nascholingsinstanties, de Vlaamse overheid, het postgraduaat CLIL en de nieuw op te richten banaba meertalig onderwijs. We verwachten immers dat dit project ons niet alleen inzichten zal bezorgen inzake CLIL maar ook inzake impact van didactiek in het algemeen en hoe leerkrachten (in spe) hier bewuster mee kunnen omgaan. We besteden dan ook nauwgezet aandacht aan de disseminatie en valorisatie van de projectresultaten bij onze doelgroepen.

Code
PWO CLIL-effect 17
Startdatum
Einddatum
Financieringskanaal
Praktijkgericht Wetenschappelijk Onderzoek
Projectleider
Expertisecentrum
Partners
  • Departement Onderwijs en Vorming (BE)
  • GO!-onderwijs (BE)
  • Heilig Hartinstituut Heverlee (BE)
  • KU Leuven (BE)
  • Katholiek Onderwijs Vlaanderen (BE)
  • Koninklijk Atheneum Pegasus Oostende (BE)
  • OVSG (BE)
  • Stedelijke Humaniora Dilsen (BE)
  • Vlaamse Overheid - Onderwijsinspectie (BE)
  • Vrije Universiteit Brussel (BE)