De verhoudig tussen arbeid en beroepsonderwijs in kaart gebracht en vakdidactisch onderzocht binnen de arbeidsmarktgerichte finaliteit.

De hervorming van het Vlaamse secundair onderwijs heeft het beroepsonderwijs ondergebracht binnen de finaliteit 
Arbeidsmarkt. In deze studierichtingen is de verstrengeling tussen arbeidsmarkt en onderwijs erg zichtbaar. Denk maar aan de inrichting van vakken, de plaats van het werkplekleren, de samenwerking met actoren uit de arbeidsmarkt en vakleerkrachten die voor hun overstap lang in de beroepspraktijk hebben gestaan (of nog deeltijds staan). De arbeidsmarkt fungeert binnen de studierichtingen in de arbeidsmarktgerichte finaliteit als doelstelling (doordat de arbeidsmarktgerichte studierichtingen leerlingen voorbereiden op de 'arbeid' van een bepaald beroep), maar ook als middel (stages en werkplek/eren bezetten een belangrijke plaats in het curriculum) én als criterium ( de manier waarop arbeid zich vandaag organiseert, bepaalt de manier waarop scholen hun studierichting vormgeven). 
Zowel in de vakinhoudelijke als de vakdidactische conceptvorming van een arbeidsmarktgerichte studierichting, is het concept 'arbeidsmarkt' bijgevolg prominent aanwezig. Toch is de context waarbinnen dat gebeurt uiteindelijk steeds deze 
van een school, een pedagogisch project, een didactisch concept en vakdidactische scenario's. Dit onderzoeksproject laat zich leiden door de vraag op welke manier deze setting de verhouding tussen de arbeidsmarkt en het traject van de leerlingen bepaalt. 
Om met deze onderzoeksvraag aan de slag te gaan, vertrekt het project van de driehoek leerstof (zijnde dat wat geleerd wordt door leerlingen en onderwezen wordt door leerkrachten binnen een bepaalde studierichting van de 
arbeidsmarktgerichte finaliteit), arbeid (zijnde het concrete werk dat men doet geassocieerd met de naamgevende specifieke component van de studierichting) en arbeidsmarkt (zijnde de context waarop leerlingen voorbereid worden en waarin ze op basis van hun diploma tewerkgesteld kunnen worden). 
De onderzoekshypothese van het project is dat 'arbeid' binnen deze driehoek een fundamentele pedagogische en 
(vak)didactische positie inneemt, als dat wat ter tafel gelegd wordt in de arbeidsmarktgerichte studierichtingen. De arbeid verschijnt in een schoolse context als een geheel van praktische handelingen gelinkt aan concreet, specifiek materiaal. En het verschijnt tegelijk als een menselijke activiteit, waarmee men uiteindelijk een tewerkstelling kan vinden in de hedendaagse arbeidsmarkt, maar die op school wordt ingeoefend in een (vak)didactisch 'bewerkte', beschermende setting die dus niet integraal samenvalt met diezelfde markt. (Masschelein, J. & Simons, M. (2012))Met dit project willen we de manier waarop arbeid geplaatst is tussen leerstof enerzijds en arbeidsmarkt anderzijds praktijkgericht onderzoeken. Hiertoe volgen we een viervoudig traject. In een deskresearch fase verdiepen we ons 
in de pedagogisch-didactische en praktijkgericht-vakdidactische literatuur met focus op beroepsonderwijs, en bestuderen we Vlaamse curricula & beleidsdocumenten, exemplarisch voor geselecteerde studierichtingen. In een tweede fase 
(fieldresearch) engageren we ons voor een empirisch traject met etnografische observaties in de geselecteerde studierichtingen, informele gesprekken gelinkt aan de observaties en interviews met diverse relevante actoren. Vervolgens 
analyseren we het geheel van de verzamelde data via een masterdocument, dat in een derde fase (design-based research) de basis vormt voor inspirerend materiaal voor leerkrachten en lerarenopleiders. In een vierde fase 
(disseminatie en valorisatie) zorgen we voor een nationale en internationale verspreiding van de projectresultaten en werken we aan het laten landen van het materiaal binnen de beroepsgerichte schoolpraktijk, de lerarenopleiding en eventueel andere beroepsgerichte opleidingen in het hoger onderwijs. 
Voor de field-research fase zullen we samenwerken met drie secundaire scholen waar studierichtingen worden aangeboden binnen de arbeidsmarktgerichte finaliteit. Het projectteam zal bestaan uit een kernteam enerzijds en een breder team van projectmedewerkers anderzijds. In een eerste projectjaar zal het kernteam de deskresearch fase voor haar rekening nemen en in het volgende projectjaar zal het kernteam versterkt worden door projectmedewerkers die in het kader van de fieldresearch telkens een traject binnen een welbepaalde studierichting voor hun rekening zullen nemen. De derde en de vierde onderzoeksfase zullen het kernteam en de brede kring van projectmedewerkers voor hun rekening nemen.

Code
PWO Beroepsonderwijs 25
Startdatum
Einddatum
Financieringskanaal
PWO-middelen
PWO_Projectmatig onderzoek
Projectleider
Partners
  • UC Limburg (BE)