Wat is het concreet?

Verenigingen en organisaties worden uitgedaagd door de veranderingen in hun groepen en in het profiel van vrijwilligers, zoals beschreven staat in het boek ‘Eat love volunteer’. Met dit traject neem je de handschoen op en versterk je de organisatie naar de toekomst.

We versterken organisaties en verenigingen in hun competenties in het werken met vrijwilligersgroepen via de methodiek van een leernetwerk, waarbij vertrokken wordt vanuit de reeds opgedane expertise bij medewerkers, ondersteund door procesbegeleiding en het gepast binnenbrengen van relevante inhoud.

Voor wie is het ?

Medewerkers die veel in contact staan met vrijwilligers.

Hoe wordt dit aangepakt?

We bakenen samen de precieze vraag af die jouw organisatie of vereniging heeft. We bieden een gepaste mix van lezingen, workshops en consultancy. We bieden input op volgende thema’s:

- voedend contact met de omgeving, de samenleving
- missiegedreven werken
- motivatiegestuurd werken met vrijwilligers
- afgestemde structuren op missie en vrijwilligers

We zorgen voor een terugkoppeling naar de directie/bestuurders om zo een versterkt team en een ondersteunend beleidskader te realiseren.

Waarom is dit interessant?

Vrijwilligers zijn vaak de sterkhouders van je organisatie of vereniging. Het profiel van vrijwilligers verandert, de begeleiding die organisaties bieden evenzeer. Het traject toont hoe we binnen deze veranderende setting kracht halen uit autonome vrijwilligers en een sterk beleid neerzetten. De begeleider vertrekt vanuit zijn boek ‘Eat, love and volunteer’.
Bovendien wordt er heel praktijkgericht gewerkt.

Wie begeleidt het traject?

Joris Piot  (joris.piot@ucll.be) is  verbonden als praktijklector sociaal cultureel werk en onderzoeker aan UCLL,  Groep Gezondheid en Welzijn, Campus Sociale School. Hij is trainer, spreker en onderzoeker over vrijwilligers. Joris is auteur van het boek 'Eat, Love, Volunteer'. Hij is verbonden aan het expertisecentrum Inclusive Society.

In dit handboek ontwikkelt hij het TRS-levensfasemodel (Taak – Relatie – Structuur) voor vrijwilligersgroepen. Aan de hand van dit model formuleert hij – schematisch en zorgvuldig – antwoorden op de vragen die vrijwilligers, vrijwilligersondersteuners en verenigingen zich stellen. Hij doet dit als praktijkmens: concreet en helder, kort en bondig, speels en flexibel. En hij doet het bovenal met liefde voor die mensen die vrijwillig het beste van zichzelf geven.